Objectkoppelingen bewerken
Commando |
Locatie |
Bewerk objectkoppeling |
Extra > Database |
Je kan de lees- en schrijfqueries van een objectkoppeling bekijken en bewerken voor een of meer geselecteerde objecten.
Om objectkoppelingen te bewerken:
Selecteer een of meer objecten. De objecten moeten al gekoppeld zijn aan een database.
Selecteer het commando.
Het dialoogvenster ‘Bewerk de objectkoppeling’ wordt geopend. De lees- en schrijfqueries in SQL voor de geselecteerde objecten worden getoond en kunnen worden bewerkt, ofwel voor ieder geselecteerd object afzonderlijk, ofwel voor alle objecten tegelijk.
De opmaak van de queries hangt af van de gebruikte database. Sommige databases werken met haken, andere met aanhalingstekens. Raadpleeg het bestand ODBCDrivers.xml in de map [Vectorworks]\Plug-ins\Common\Data om de geschikte opmaak te weten voor verschillende drivers.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
Veld |
Omschrijving |
Beschikbare records |
Geeft een overzicht van de beschikbare records voor de geselecteerde objecten (wanneer meerdere objecten worden geselecteerd, zullen alleen de records worden getoond die de geselecteerde objecten gemeen hebben). |
Bewerk de geselecteerde objecten apart |
Bewerkt de lees- en schrijf-SQL-queries van elk geselecteerd object afzonderlijk, door te bladeren door elk object. |
Bewerk de geselecteerde objecten samen |
Bewerkt de lees- en schrijf-SQL-queries van alle geselecteerde objecten in een keer met behulp van recordnamen. Bladeren door de geselecteerde objecten is niet nodig. |
Leesquery |
Toont de lees-SQL-query voor de geselecteerde objecten. |
Protocol |
Lees-SQL-queries bevatten volgende rijen: SELECT: geeft de kolomnamen tussen vierkante haken en gescheiden door komma's Bijvoorbeeld: [id],[naam ruimte],[ruimte] FROM: geeft de naam van de database en tabel, tussen vierkante haken en gescheiden door punten Bijvoorbeeld: [ruimteInfo].[dbo].[Ruimtes] WHERE: geeft de naam en de waarde van het record, met de naam van het record tussen vierkante haken en de waarde (of de identificatie) tussen punthaken gescheiden door een gelijkheidsteken Bijvoorbeeld:[oppervlakte]=30 of [oppervlakte]=<oppervlakte> Wanneer je een enkele query bewerkt die geldt voor meerdere geselecteerde objecten (Bewerk de geselecteerde objecten samen is geselecteerd), gebruik je een identificatie binnen punthaken voor de WHERE veldnaam, in plaats van de werkelijke waarde. Met behulp van een identificatie tussen punthaken kan je de query uitvoeren voor alle geselecteerde objecten, ongeacht de werkelijke waarde van elk object. Bij het uitvoeren van de query vervangt Vectorworks de veldnaam tussen haken door de waarde van het record. |
Test query |
Test de lees-SQL-query om te zien of deze geldig is. Dit is handig om queries te controleren voor je de query wijzigt. Een melding geeft aan of de test geslaagd is of niet. |
Standaard |
Hiermee keer je terug naar de oorspronkelijke instellingen. |
Schrijfquery |
Toont de schrijf-SQL-query voor de geselecteerde objecten. |
Protocol |
Schrijf-SQL-queries bevatten volgende rijen: UPDATE: geeft de naam van de database en tabel, tussen vierkante haken en gescheiden door punten Bijvoorbeeld: [ruimteInfo].[dbo].[Ruimtes] SET: geeft de naam en de waarde van de kolom, met de naam van de kolom tussen vierkante haken en de waarde (of de veldnaam van het record tussen punthaken) gescheiden door een gelijkheidsteken Bijvoorbeeld:[Ruimte Naam]=Keuken of [Ruimte Naam]=<naam> WHERE: geeft de naam en de waarde van een zoekcriterium, zoals naam kolom en waarde kolom, met de zoekterm tussen vierkante haken en de waarde (of de veldnaam van het record tussen punthaken) gescheiden door een gelijkheidsteken Bijvoorbeeld:[id]=1 of [id]=<identificatie> Wanneer je een enkele query bewerkt die geldt voor meerdere geselecteerde objecten (Bewerk geselecteerde objecten samen is geselecteerd), gebruik je de veldnaam van binnen punthaken voor SET- en/of WHERE-waarde, in plaats van de werkelijke waarde. Met behulp van een veldnaam tussen punthaken kan je de query uitvoeren voor alle geselecteerde objecten, ongeacht de werkelijke waarde van elk object. Bij het uitvoeren van de query vervangt Vectorworks de veldnaam tussen haken door de waarde van het record. |
Test query |
Test de schrijf-SQL-query om te zien of deze geldig is. Dit is handig om queries te controleren voor je de query wijzigt. Een melding geeft aan of de test geslaagd is of niet. |
Standaard |
Hiermee keer je terug naar de oorspronkelijke instellingen. |
<of> |
Als er meerdere objecten zijn geselecteerd en de optie Bewerk de geselecteerde objecten apart is aangevinkt, bladert Vectorworks door de objecten om de queries van elk object weer te geven en te bewerken. |
Toon object |
Toont het huidige object op de tekening ter controle. |
Als er validatieproblemen zijn, zal een foutmelding hierover informatie geven. De cursor wordt automatisch geplaatst in het veld waar het probleem bestaat om je te helpen te achterhalen van waar het probleem komt.
Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.